→ Moja Lekcja → Avvia Impara / Scarica schede MP3

Domanda		Risposta
de vriendin inizia ad imparare		(girl) friend
het restaurant inizia ad imparare		restaurant
de serveerster inizia ad imparare		waitress
de tafel inizia ad imparare		table
bij inizia ad imparare		at
het raam inizia ad imparare		window
gaan zitten inizia ad imparare		sit down
de menukaart inizia ad imparare		menu
alvast inizia ad imparare		in the meantime
het mineraalwater inizia ad imparare		mineral water
ik heb dorst inizia ad imparare		I’m thirsty
de dorst inizia ad imparare		thirst
het hoofdgerecht inizia ad imparare		main course
ik heb honger inizia ad imparare		I’m hungry
de honger inizia ad imparare		hunger
het voorgerecht inizia ad imparare		starter
misschien inizia ad imparare		perhaps
het nagerecht inizia ad imparare		dessert
de mosterdsoep inizia ad imparare		mustard soup
de mosterd inizia ad imparare		mustard
de soep inizia ad imparare		soup
erg inizia ad imparare		very
als inizia ad imparare		as
de biefstuk inizia ad imparare		steak
frietjes inizia ad imparare		chips
de salade inizia ad imparare		salad
de kip inizia ad imparare		chicken
de rijst inizia ad imparare		rice
het vlees inizia ad imparare		meat
toch inizia ad imparare		after all
vegetarische (vegetarisch) inizia ad imparare		vegetarian
de dagschotel inizia ad imparare		today’s special
kiezen inizia ad imparare		choose
eet smakelijk inizia ad imparare		bon appetit
het mes inizia ad imparare		knife
de vork inizia ad imparare		fork
momentje inizia ad imparare		one moment
de lepel inizia ad imparare		spoon
beetje inizia ad imparare		a little
moeilijk inizia ad imparare		difficult
het gaat wel inizia ad imparare		it’s okay
de soort inizia ad imparare		kind
de paella inizia ad imparare		paella
houd (houden) van inizia ad imparare		like
de mosselen inizia ad imparare		mussels
proef (proeven) inizia ad imparare		try
een beetje inizia ad imparare		a bit
vet inizia ad imparare		greasy / rich
het toetje inizia ad imparare		dessert
het ijs inizia ad imparare		icecream
vruchten (de vrucht) inizia ad imparare		fruit
de chocola inizia ad imparare		chocolate
de slagroom inizia ad imparare		whipped cream
zonder inizia ad imparare		without
alleen inizia ad imparare		only
de cappuccino inizia ad imparare		cappuccino
laat maar zitten inizia ad imparare		that’s fine / keep the change
laten inizia ad imparare		leave
de avond inizia ad imparare		evening
te Willen jullie alvast te drinken bestellen? inizia ad imparare		to In the meantime would you like to order something to drink?
alleen Nemen we alleen een hoofdgerecht? inizia ad imparare		only/ just Do we take only main course?
halen Momentje, ik moet even een lepel halen. inizia ad imparare		bring Moment, I need to bring a spoon.
Hoe vind je soup? inizia ad imparare		How do you like soup?
Een hoe is jouw salad? inizia ad imparare		And how is your salad?
Wat vind je van de soep? inizia ad imparare		What do you think of the soup?
Ik vind het heerlijk/ lekker inizia ad imparare		I think it's dellicious/ tasty
Het gaat wel inizia ad imparare		It's okay
Ik hou niet (zo) van mijn soep inizia ad imparare		I do not (really) like my soup
Ik vind het niet lekker inizia ad imparare		I do not like it (It is not tasty)
Ik vind het vies inizia ad imparare		I think it's gross
mag (mogen) inizia ad imparare		may (may) permission
wil (willen) inizia ad imparare		want (want to)
moet (moeten) inizia ad imparare		must (must)
kan (kunnen) inizia ad imparare		can (can)
zal (zullen) inizia ad imparare		shall (shall)
Hoe duur is andijvie? inizia ad imparare		How expensive is endive?
Hoeveel kost een klein bakje champignons? inizia ad imparare		How much does a small box mushrooms cost?
Drie komkommers voor 1 euro. inizia ad imparare		Three cucumbers for 1 euro.
Twee paprika's voor de prijs van een. inizia ad imparare		Two peppers for the price of one.
Dat is dan acht dertig. Dat is dan acht euro dertig. Dat is dan acht euro en dertig cent. inizia ad imparare		That's eight thirty. That is eight euros thirty. That is eight euros and thirty cents.
Hebt u er dertig cent bij? inizia ad imparare		Have you thirty cents?
Hebt u niet kleiner? inizia ad imparare		Have you not smaller?
Dat was het? Nee, Ik wil ook nog aardappels. inizia ad imparare		That was it? No, I would also like potatoes.
Dat was het? Ja, dat was het. inizia ad imparare		That was it? That's all.
Verder/ Anders nog iets? Ja. Een bloemkool, alstublieft.Ja. Doe ook maar knoflook. inizia ad imparare		Continue / Anything else? Yes. A cauliflower, please. Yes. Put even garlic.
Doe die maar. A: Ik heb mooi tomaten. B: Doe die maar. inizia ad imparare		I will take it. A: I have beautiful tomatoes. B: I will take it.
Zeg het maar. inizia ad imparare		Say it.
spekjes -s inizia ad imparare		bacons nouns ending in -er, -el, -je, -e, -em and foreign
paprika's -'s inizia ad imparare		peppers nouns ending in -a, -i, -o, -u
personen (de persoon) -en inizia ad imparare		people nouns ending in vowel
Alles goed? inizia ad imparare		Everything good?
Hoe het met jou? Hoe is het met jou? inizia ad imparare		How are you? How are you?
prima! inizia ad imparare		fine!
fantastisch! inizia ad imparare		fantastic!
uitstekend inizia ad imparare		outstanding
heel goed inizia ad imparare		very well
hartstikke goed inizia ad imparare		very good
Het gaat wel inizia ad imparare		It's okay (samopoczucie)
niet zo (best) inizia ad imparare		not so (good)
niet good inizia ad imparare		not good
slecht inizia ad imparare		bad
afspraak maken Zullen we voor zaterdag een afspraak maken? inizia ad imparare		Make an appointment Shall we make an appointment for Saturday?
afspraken Zullen we iets afspreken? inizia ad imparare		appointments Shall we meet?
Ja dat kan. inizia ad imparare		Yes, that's possible.
Ja, dat is goed inizia ad imparare		Yes that is good
Nee, dat lukt niet inizia ad imparare		No, that does not work
Nee, ik heb al een afspraak inizia ad imparare		No, I already have an appointment
Nee, dan kan ik niet inizia ad imparare		No, I can not
Ga je mee naar inizia ad imparare		Wil you join me to
Heb je zin om ... te Heb je zin om naar het park te gaan. inizia ad imparare		Would you like to... Do you want to go to the park.
Ja, leuk inizia ad imparare		Yes Nice
Nee, ik kan niet inizia ad imparare		No I can not
Nee, dat vind ik niet leuk inizia ad imparare		No, I do not like

Moja lekcja

Devi essere accedere per pubblicare un commento.

Scopri di più