→ Words → Avvia Impara / Scarica schede MP3

Domanda		Risposta
profession inizia ad imparare		beroep (wat is jouw beroep?)
language skills inizia ad imparare		talenkennis
stay (they stay with me) inizia ad imparare		logeren (zij logeren bij mij)
above all /especially inizia ad imparare		vooral
different / difference inizia ad imparare		verschillende / verschil
follow, attend inizia ad imparare		volgen
to become inizia ad imparare		te worden
just inizia ad imparare		net
send inizia ad imparare		sturen
receive inizia ad imparare		ontvangen
to count inizia ad imparare		tellen
numbers inizia ad imparare		getallen
times / times (mnożyć) inizia ad imparare		maal / keer
divided by inizia ad imparare		gedeeld door
progress inizia ad imparare		vooruitgang (my erste les en ik zie al vooruitgang!)
hold inizia ad imparare		houd (ik houd contact met haar)
meaning inizia ad imparare		betekenis
known inizia ad imparare		bekende
hang up inizia ad imparare		ophangen
long ago inizia ad imparare		lang geleden
great, huge inizia ad imparare		geweldig
say to Paulina inizia ad imparare		zeg tegen Paulina
give inizia ad imparare		geven
get inizia ad imparare		krijgen
odebrać inizia ad imparare		opnemen
today / today morning inizia ad imparare		vandag / vanmorgen
day before yesterday inizia ad imparare		eergisteren
during the week inizia ad imparare		doordeweeks
name inizia ad imparare		noemen
ask each other questions inizia ad imparare		stel elkaar vragen
what shall we do? inizia ad imparare		wat zullen we afspreken?
Shall we meet inizia ad imparare		zullen we iets afspreken
arrange inizia ad imparare		afspreken
except, apart from inizia ad imparare		behalve
famous inizia ad imparare		beroemde
actual, actually inizia ad imparare		eigenlijk
finally inizia ad imparare		eindelijk
every / every inizia ad imparare		iedere / elke
the museum opens at 10am and closes at 8pm inizia ad imparare		het museum gaat 10uur open en sluit om 20
forthcoming, next inizia ad imparare		aanstaande
on Saturday it is different / different inizia ad imparare		op zaterdag is het anders / anders
catch up / chat inizia ad imparare		bijpraten
I would like to see that inizia ad imparare		dat wil ik wel eens zien
visit inizia ad imparare		bezoek
can it be an hour later? inizia ad imparare		mag het een uurtje later zijn?
I can't leave inizia ad imparare		ik kan niet weg
do you also take an appetizer? inizia ad imparare		neem jij ook een voorgerecht?
Have you made a decision? inizia ad imparare		heeft u een keuze kunnen maken?
can we still see the wine list? inizia ad imparare		mogen we nog even de wijnkaart zien?
surprise inizia ad imparare		verrassing
proposal (I have a proposition for you inizia ad imparare		voorstel (ik heb een voorstel voor je)
already / already inizia ad imparare		alvast / al
immediately, at once inizia ad imparare		meteen (mogen we meteen de menu aub?)
instead of inizia ad imparare		in plaats van (kan ik frietjes in plaats van aardappelen krijgen?)
ordinary inizia ad imparare		gewone
recently / od niedawna inizia ad imparare		sinds kort
wide inizia ad imparare		breed
just eat your food inizia ad imparare		gewoon je eten opeten
you taste inizia ad imparare		proef je
he is right inizia ad imparare		hij heeft gelijk
I find it so difficult to choose inizia ad imparare		ik vind het zo moeilijk om te kiezen
empty plate inizia ad imparare		bord leegeten
can I have some? inizia ad imparare		mag ik wat?
can I get some milk? inizia ad imparare		mag ik wat melk pakken?
grab, take inizia ad imparare		pakken
Take it out of the fridge inizia ad imparare		Pak maar uit de koelkast
give it a try inizia ad imparare		geef het pak eens
complain inizia ad imparare		klagen
i love chocolate inizia ad imparare		ik ben dol op chocolate
I like green beans inizia ad imparare		ik lust graag sperziebonen
lubricate / smarować inizia ad imparare		smeren
how does it taste? inizia ad imparare		hoe smaakt het?
explain to me inizia ad imparare		leg me out
is it already so late? inizia ad imparare		is het al zo laat?
then we must hurry inizia ad imparare		dan moeten wij opschieten
remind inizia ad imparare		herinner
just, just inizia ad imparare		net, gewoon
to count inizia ad imparare		tellen
times / divided by inizia ad imparare		maal / gedeld door
odebrać (telefon) inizia ad imparare		opnemen (Jaap wil de telefon opnemen)
hang up (rozłączyć się) inizia ad imparare		ophangen
long ago inizia ad imparare		lang geleden
great, huge inizia ad imparare		geweldig
say to Paulina inizia ad imparare		zeg tegen Paulina
today / tonight / this morning inizia ad imparare		vandaag / vanavond / vanochtend
day before yesterday inizia ad imparare		eergisteren
during the week inizia ad imparare		doordeweeks
name (nazywać) inizia ad imparare		noemen
ask each other questions inizia ad imparare		stel elkaar vragen
what shall we agree on /when should we meet? inizia ad imparare		wat zullen we afspreken? / waneer zullen we afspreken?
Shall we meet? inizia ad imparare		zullen we iets afspreken?
except, apart from inizia ad imparare		behalve
Famous painters inizia ad imparare		beroemde schilders
paintings inizia ad imparare		schilderijen
forthcoming (next) inizia ad imparare		aanstaande
on Saturdays it is different inizia ad imparare		op zaterdag is het anders / anders kan ik niet afspreken
I want to see that once inizia ad imparare		dat wil ik eens zien
visit inizia ad imparare		bezoek
can it be an hour later? inizia ad imparare		mag het een uurtje later zijn?
I can't leave / go inizia ad imparare		ik kan niet weg
I don't have a feeling for it now. maybe another time inizia ad imparare		ik heb nu geen zin. misschien een andere kier
unfortunately I cannot make an appointment for tomorrow. I have to work all day inizia ad imparare		ik kan helaas geen afspraak voor morgen maken. ik moet de hele dag werken
Do you also take have an appetizer? inizia ad imparare		Neem jij ook een voorgerecht?
Shall we drink wine with dinner? inizia ad imparare		Zullen wij wijn bij het eten drinken?
May we have a look at the wine list? inizia ad imparare		Mogen we nog even de wijnkaart zien?
surprise inizia ad imparare		verrassing
Can we can also have the menu? (at the moment) inizia ad imparare		mogen we meteen ook de menu aub?
instead of / can I get fries instead of potatoes? inizia ad imparare		in plaats van/ kan ik frietjes in plaats van aardappelen krijgen?
waiter inizia ad imparare		ober
recently (od niedawna) inizia ad imparare		sinds kort
no need / You can buy two sweaters but you only have to pay for one sweater inizia ad imparare		hoeft / Je kunt twee truien kopen maar je hoeft maar een trui te betalen
offers inizia ad imparare		aanbiedingen
the offers in this ad last until September 10 and while supplies last inizia ad imparare		de aanbiedingen in deze advertentie geleden tot 10 september en zolang de voorraad strekt

words

Devi essere accedere per pubblicare un commento.

Scopri di più