1. datum
Haar datum nadert.
Datum waarop deze pagina laatst werd bijgewerkt: 2010-11-03
2. dag
Pluk de dag.
Ze beloven ons gouden bergen, maar ik heb zo het vermoeden dat we op de vervulling van die beloften kunnen wachten tot de dag dat Pasen en Pinksteren op één dag vallen.
Laten we ons wel bewust zijn van het belang van deze dag, want vandaag kwamen binnen de gastvrije muren van Boulogne-sur-Mer geen Fransen samen met Engelsen, geen Russen met Polen, maar mensen met mensen.
We vieren 28 november als Tatoebadag, omdat het de dag is waarop Turks, Esperanto en Grieks werden toegevoegd.
De volgende dag riep de dove, terwijl hij de binnenplaats over rende, naar haar: "Als u iets nodig heeft, moedertje, neemt u het maar!"
Aan het eind van het pad stond een brievenbus. Op een dag lag er een spannende brief in en die was voor mij.
Dit boek heeft zestig bladzijden. Dus, als ik elke dag vijftien bladzijden lees, zal ik het hele boek in vier dagen uit hebben.
Dag.
Een dag is een driehonderdvijfenzestigste of een driehonderdzesenzestigste van een jaar.
Juist, zuchtte Dima. "Sorry voor de verwarring dan. Geniet van je Fanta en prettige dag."
Gemiddeld belanden er in Nederland elke dag 1 à 2 jongeren onder de 18 in het ziekenhuis omdat ze te veel hebben gedronken.
Op een dag, toen ze bij die bron was, kwam een arme vrouw naar haar, en vroeg haar om haar te drinken te geven.
Direct nadat de piste geprepareerd is, is het er goed skiën, maar later op de dag ontstaan er plekken waar het gras door de sneeuw heen komt.
Per dag krijg ik vijf frank, maar voor vandaag ben ik dubbel betaald, dat is dus tien frank.
Lees elke dag de krant, want anders bent u niet op de hoogte van het laatste nieuws.