1. dun
Deze laptop is heel dun.
In het koetsje zat een heer, niet knap, maar ook niet slecht van uiterlijk, niet al te dik, niet al te dun; oud kon hij niet genoemd worden, maar hij was ook niet al te jong.
2. slank
Als je slank wilt zijn, volg dit dieet.
Ze heeft een slank figuur.
3. fijn
Schil de mierikswortel en rasp hem fijn.
Het zou zijn fijn zijn als er een Japanse uitgave was.