1. genomen
Ze heeft een bad genomen.
Ik heb juist gezien dat de ambassadeur van Saoedi-Arabië in Washington ontslag genomen heeft.
Ik heb in zijn plaats de verantwoordelijkheid genomen.
Ze kon zich slechts met veel moeite neerleggen bij de genomen beslissing.
Ik ben in beslag genomen, zoals altijd.
Er zal uiteindelijk toch een beslissing moeten worden genomen.
Hij heeft te veel hooi op de vork genomen.
Om zo snel te lopen moet hij haast wel steroïden hebben genomen.
Ik heb mijn beslissing genomen.
Deze foto is genomen in Nara.
Hebt ge een douche genomen vandaag?
Hebt ge uw koorts genomen met een thermometer in de mond?
Ik heb bij vergissing zijn regenscherm genomen.
Alles in acht genomen heeft hij een gelukkig leven.
Ik vrees dat ik de verkeerde trein genomen heb.