1. fijn
Schil de mierikswortel en rasp hem fijn.
Het zou zijn fijn zijn als er een Japanse uitgave was.
2. uitstekend
Voor de studie van Kunst is een uitstekend beoordelingsvermogen vereist.
Uw plan klinkt uitstekend.
Betty spreekt uitstekend Esperanto.
Een uitstekend dessert sloot de maaltijd af.
Jij spreekt uitstekend Frans. Ik wou dat ik het zo goed als jij kon spreken.