1. douche
Zij gaat elke ochtend onder de douche.
Ik moet onder de douche.
Hebt ge een douche genomen vandaag?
Ik douche normaal 's avonds.
Ik meld me af, ik ga een douche nemen.
Olandese parola "душ"(douche) si verifica in set:
Словарь для ванной на голландском