1. realiseren
Na zes maanden in China zul je je realiseren dat je spijt hebt dat je die pizza niet hebt aangenomen voordat je vertrok.
Olandese parola "zdać sobie sprawę"(realiseren) si verifica in set:
czasowniki werkwoorden niderlandzki2. merken
Hij ook niet, ik heb het nooit laten merken.
Wiskunde is het deel van de wetenschap waarmee je je nog steeds zou kunnen bezighouden als je 's morgens wakker zou worden en zou merken dat het heelal er niet meer is.
Door boeiende verhalen te lezen zal je weldra merken dat je al goed in Esperanto kan lezen.
Aan zijn accent kan men merken dat hij Duitser is.
3. beseffen
"Ik denk dat Canadezen nog niet beseffen wat er is gebeurd", zei hij tegen een groep brandweerlieden.