1.
zich aankleden
Olandese parola "ubierać się"(zich aankleden) si verifica in set:
lekcja 1 poziom 22.
aankleden
Ik kleed me aan en ga naar buiten. /Ik zal me aankleden. / Ik probeer me aan te kleden.
Olandese parola "ubierać się"(aankleden) si verifica in set:
Ubieranie się, ubranie.5.7 Stage lopen (A2)