1. nadenken
Ge moet nadenken alvorens te antwoorden.
Priemgetallen zijn als het leven, ze zijn helemaal logisch, maar het is onmogelijk er regels voor te vinden, zelfs als je al tijd wijdt aan het nadenken erover.
Daar wil ik eerst even goed over nadenken.
Dat is een interessant voorstel. Ik moet erover nadenken.
Ik zal daarover nadenken.
Olandese parola "odzwierciedlić"(nadenken) si verifica in set:
czasowniki rozdzielnie złożone2. reflecteren
3. Weerspiegelen
Mijn ogen zijn een oceaan waarin mijn dromen weerspiegelen.