1.
bang zijn
2.
iets vrezen
Olandese parola "obawiać się"(iets vrezen) si verifica in set:
Eerste kind gaat met alle aandacht lopen3. duchten
4. vrezen
Vrees niet, want er is niets te vrezen.
Wij Duitsers vrezen God, maar niets anders op de wereld.
5. betreffen