1. onvermijdelijk
Het is onvermijdelijk dat ik ooit een keer naar Frankrijk ga, ik weet alleen niet wanneer.
Voor velen lijken de veranderingen onvermijdelijk.
Olandese parola "nieunikniony"(onvermijdelijk) si verifica in set:
Hoe ouder, hoe wijzer2. onvermijdbaar
Hun ontmoeting was onvermijdbaar.