1. haten
De meesten haten foutopsporing. Het is plezanter fouten te programmeren dan ze te verwijderen.
Die mensen haten alle vreemdelingen.
Olandese parola "nienawidzić"(haten) si verifica in set:
500 czasowników po niderlandzku 201 - 2506/4 Hoe reis jij?język holenderskijęzyk holenderski2. een hekel hebben aan
Olandese parola "nienawidzić"(een hekel hebben aan) si verifica in set:
Nederlands in actie słówka dział 1Myśli i uczucia3. haat
Haat me niet!
Tom haat de regels.
Mijn vrouw haat katten.
Kort gezegd, ge haat mij, nietwaar?
Ik haat het als er veel mensen zijn.
Waarheid baart haat.
Ik haat scheikunde.
Hij houdt van auto's, terwijl zijn broer ze haat.
Ik haat vrouwen met een onafhankelijke wil.
Tussen man en vrouw is geen vriendschap mogelijk. Er is passie, haat, aanbidding, liefde maar geen vriendschap.
Ik haat zelfbewuste vrouwen.
Hij haat wortelen.