Dizionario Polacco - Olandese

język polski - Nederlands, Vlaams

guma do żucia in Olandese:

1. kauwgom kauwgom


Er zit een stukje kauwgom aan mijn schoen.

Olandese parola "guma do żucia"(kauwgom) si verifica in set:

rzeczowniki/zelfstandige naamwoorden
We hebben een peobleem
van Dale W MIEŚCIE

2. de kauwgom de kauwgom



Olandese parola "guma do żucia"(de kauwgom) si verifica in set:

Wat heb je in jouw tasje?