1. verstaan
Heeft u moeite te verstaan wat vrouwen of kleine kinderen tegen u zeggen?
Ik heb niets verstaan!
verstond, verstonden, (h) verstaan, Ik versta je niet
Wijsheid is nodig om wijsheid te verstaan: muziek bestaat niet voor een doof publiek.
Hij heeft u misschien verkeerd verstaan.
We slaagden erin elkaar te verstaan.
Iedereen, die Esperanto gebruikt of er voor werkt, is esperantist, en iedere esperantist heeft het volle recht in Esperanto alleen een eenvoudige taal te zien, een koud middel om elkaar internationaal te verstaan.
Om een taal beter te gebruiken, en om ze beter te verstaan, moet men nieuwe woorden leren.
Zij verstaan deze zin niet, of toch?
Ik ben erin geslaagd de leraar mijn idee te laten verstaan.
Verstaan?
Het grootste deel van wat hij zei, heb ik niet verstaan.
Ze verstaan elkaar.
Ik kan maar niet verstaan hoe ik zo een fout heb kunnen maken.
Ik sprak traag, opdat ze me konden verstaan.
Olandese parola "Rozumiesz"(verstaan) si verifica in set:
Duolingo cz52. versta
Ik versta u niet.
Ik versta niet wat je zegt.
Ik versta het, maar ik kan het niet goedkeuren.
Versta het niet verkeerd: wij beloven niets.
Ik versta niet waar ze op aanstuurt.
Ik versta dat hij kwaad is.
Ik versta u niet, het is hier te rumoerig.
Ik versta de opwinding niet over voetbal.
Ik versta perfect Italiaans pochte zij, terwijl ze een schotel uit het menu koos. Maar toen het eten opgediend werd, was het helemaal niet wat ze verwacht had.
Ik versta geen Duits.
Dat versta ik niet.
Ik versta deze opgave echt niet.
Ge spreekt zo snel, dat ik geen woord versta.
Ik versta die vraag echt niet.
Versta haar stilzwijgen niet als een "ja".