1. licht
Omdat licht sneller reist dan geluid zien we de bliksem voordat we de donder horen.
Zijn licht is uitgegaan.
Kaas is niet licht verteerbaar.
Het begon licht te worden; de lange nacht was voorbij.
Waar licht is, is ook schaduw.
Trek de stekker van de televisie eruit en doe het licht uit.
Jouw bagage is erg licht.
Zijn mening werpt nieuw licht op de kwestie.
Zijt ge gestopt aan het rood licht?
Dat sommige mensen er geniaal uitzien voordat ze dom klinken, komt doordat licht zich sneller voortplant dan geluid.
Een vriendelijk gezicht brengt overal licht.
Deze vissen zijn gewend aan hoge druk en aan de afwezigheid van licht.
De meisjes dansten licht als een zwerm vlinders.
Je hoort de weg alleen over te steken als het licht groen is.
Mijn ogen zijn enorm gevoelig voor licht.
2. weinig
Zij heeft weinig vrienden.
De woordenschat van het Esperanto is de grootste, alhoewel er relatief zeer weinig woorddelen moeten vanbuiten geleerd worden in vergelijking met de woorden van de natuurlijke talen.
Weinig mensen leven langer dan honderd jaar.
nogal weinig
En zo hing Dima's vriend uit zijn kindertijd zomaar op, Dima - net als daarvoor - met 99 kopeke te weinig achterlatend.
Daar waren niet weinig interessante zaken te zien.
Weinig mensen spreken een vreemde taal perfect.
Over het algemeen weet men maar weinig over niet-lineaire differentiaalvergelijkingen van de tweede orde.
Weinig passagiers hebben de ramp overleefd.
Moet dit een krentenbol zijn? Je moet haast fietsen van de ene krent naar de andere, zo weinig zitten er in.
Weet gij niet, mijn zoon, met hoe weinig verstand de wereld bestuurd wordt?
Als ik 's nachts te weinig slaap, heb ik niet genoeg energie voor mijn werk.
Weinig schatten zijn zoveel waard als een vriend.
minder - het minst [even weinig als]
Drie haren in de soep is relatief veel, drie haren op het hoofd is relatief weinig.