1. aanzetten
de radio aanzetten
Ik zou u willen aanzetten om harder te werken.
Olandese parola "switch"(aanzetten) si verifica in set:
Of course 6VWO U7 NL-EN2. wisselen
van plaats wisselen
Alvorens ergens naartoe te gaan zouden we wat geld moeten wisselen.
3. schakelaar
Hij gebruikte de schakelaar en deed de kamer baden in het licht.