1. verrast
Zijn geheugen verrast me.
Toen ik hem het eerst ontmoette, was ik verrast door zijn onverwachte vraag.
Je verrast me altijd met je plotse binnenkomen.
Vorig jaar kwam ik terug thuis en was ik verrast, dat het dorp en de mensen helemaal veranderd waren.
Een plotse stortbui heeft mij onderweg naar huis verrast.
Ik was verrast, zoveel mensen te zien op het concert.
Olandese parola "surprised"(verrast) si verifica in set:
hoofdstuk 1 unit 1 nederlands-engelsengels unit 1 woordjesEngels H1 S12. verwonderd
Verwonderd zijn, zich iets afvragen, is het begin van het begrip.
Iedereen was verwonderd dat hij geslaagd was in het rijexamen.
Olandese parola "surprised"(verwonderd) si verifica in set:
en - nl unit 1 sb 1