1. aanbevelen
Kunt u mij een hotel aanbevelen?
Ik kan dat restaurant aanbevelen.
Olandese parola "recommend"(aanbevelen) si verifica in set:
second lesson2. aanraden
Kunt u mij een goed fototoestel aanraden?
Olandese parola "recommend"(aanraden) si verifica in set:
engels woordjes 2,33. raad aan
raadde hoort bij aan. Aanraden. Ik raad aan. Ik raadde aan. De buurvrouw raadde een katholieke school in de buurt aan. Wat raad je me aan?
Olandese parola "recommend"(raad aan) si verifica in set:
Werkwoorden op frekwentie4. adviseren
5. bevelen
De meeste mensen overlijden in bed, daarom is het aan te bevelen het bed te mijden.
Jij moet mijn bevelen opvolgen.