1. firma
Deze firma drukt veel leerboeken.
Er doet een gerucht de ronde, dat de firma bijna failliet is.
Vorig jaar ben ik voor deze firma gaan werken.
Hier is het adres van mijn firma.
Zonder hem zou onze firma haar echte functie verliezen.
De administratie besliste de zetel van de firma te verplaatsen naar Hawaï.