Deel 20 Woorden van Nederland

 0    45 schede    bbhhjfdj
Scarica mp3 Stampa Gioca Testa il tuo livello
 
Domanda Risposta
denken: ik denk na over mijn huiswerk
inizia ad imparare
التفكير: أنا أفكر في واجباتي المدرسية
dicht: de deur is dicht
inizia ad imparare
مغلق: الباب مغلق
fietsen: ik fiets elke dag naar school
inizia ad imparare
ركوب الدراجات: أذهب إلى المدرسة بالدراجة كل يوم
half: het is half acht
inizia ad imparare
السابعة والنصف: إنها السابعة والنصف
Het internet: ik gebruik internet om te leren
inizia ad imparare
الإنترنت: أستخدم الإنترنت للتعلم
De keuken: ik kook in de keuken
inizia ad imparare
المطبخ: أطبخ في المطبخ
laat: ik ben laat thuis
inizia ad imparare
متأخر: لقد وصلت إلى المنزل متأخراً
leeg: de fles is leeg
inizia ad imparare
فارغة: الزجاجة فارغة
liggen: ik lig in bed
inizia ad imparare
كذبة: أنا مستلقٍ في السرير
maandag: ik begin maandag met mijn nieuwe cursus
inizia ad imparare
الاثنين: سأبدأ دورتي الجديدة يوم الاثنين
open: de winkel is open van negen tot vijf
inizia ad imparare
مفتوح: المتجر مفتوح من التاسعة صباحاً حتى الخامسة مساءً
De openingstijden: wat zijn de openingstijden van de supermarkt?
inizia ad imparare
ساعات العمل: ما هي ساعات عمل السوبر ماركت؟
smorgens: ik eet smorgens ontbijt
inizia ad imparare
في الصباح: أتناول وجبة الإفطار في الصباح
snachts: ik slaap snachts acht uur
inizia ad imparare
في الليل: أنام ثماني ساعات في الليل
sochtends: sochtends drink ik koffie
inizia ad imparare
في الصباح: أشرب القهوة في الصباح
snel: ik loop snel naar school
inizia ad imparare
بسرعة: أسير بسرعة إلى المدرسة
tot: ik werk tot vijf uur
inizia ad imparare
حتى: أعمل حتى الساعة الخامسة
uur: het is acht uur
inizia ad imparare
الساعة: إنها الساعة الثامنة
weten: ik weet het antwoord
inizia ad imparare
أعرف: أعرف الإجابة
De zak: mijn zak is vol met boeken
inizia ad imparare
الحقيبة: حقيبتي مليئة بالكتب
altijd; ik maak altijd mijn huiswerk
inizia ad imparare
دائماً؛ أنا دائماً أقوم بواجباتي المدرسية
De bakker: de bakker verkoopt vers brood
inizia ad imparare
الخباز: يبيع الخباز الخبز الطازج
Het brood: ik eet brood met kaas
inizia ad imparare
الخبز: أنا آكل الخبز مع الجبن
De buurt: mijn huis is in een rustige buurt
inizia ad imparare
الحي: يقع منزلي في حي هادئ
Dinsdag: ik heb dinsdag een afspraak bij de dokter
inizia ad imparare
الثلاثاء: لدي موعد مع الطبيب يوم الثلاثاء
Duur: deze tas is te duur
inizia ad imparare
غالي الثمن: هذه الحقيبة غالية جداً
goedkoop: deze appel is goedkoop
inizia ad imparare
رخيص: هذه التفاحة رخيصة
halen: ik ga brood halen bij de bakker
inizia ad imparare
للحصول على: سأحصل على خبز من المخبز
hier: ik woon hier in de stad
inizia ad imparare
هنا: أعيش هنا في المدينة
hoor; hoor je dat geluid?
inizia ad imparare
هل تسمع ذلك الصوت؟
kennen: ik ken deze man
inizia ad imparare
أعرف: أنا أعرف هذا الرجل
meestal: ik drink meestal thee in de ochtend
inizia ad imparare
عادةً: أشرب الشاي عادةً في الصباح
De middag: in de middag ga ik naar school
inizia ad imparare
بعد الظهر: أذهب إلى المدرسة بعد الظهر
natuurlijk: natuurlijk help ik je met je huiswerk
inizia ad imparare
بالتأكيد: سأساعدك في واجبك المنزلي
De ochtend: sochtend drink ik koffie
inizia ad imparare
الصباح: في الصباح أشرب القهوة
soms: soms ga ik naar de bioscoop
inizia ad imparare
أحياناً: أحياناً أذهب إلى السينما
De straat: mijn huis is in deze straat
inizia ad imparare
الشارع: بيتي يقع في هذا الشارع
veel: ik heb veel boeken
inizia ad imparare
كثير: لديّ العديد من الكتب
ver: De school is ver van mijn huis
inizia ad imparare
بعيدة: المدرسة بعيدة عن منزلي
vers: ik koop vers brood bij de bakker
inizia ad imparare
طازج: أشتري الخبز الطازج من المخبز
vrager: de vrager stelde een moeilijke vraag
inizia ad imparare
السائل: طرح السائل سؤالاً صعباً
wanneer: wanneer ga je naar school?
inizia ad imparare
متى: متى تذهب إلى المدرسة؟
wel: ik wil wel mee naar het feest
inizia ad imparare
نعم: أريد الذهاب إلى الحفلة
zaterdag: zaterdag ga ik naar de markt
inizia ad imparare
يوم السبت: أذهب إلى السوق يوم السبت
zien; ik zie mijn vrienden in het park
inizia ad imparare
أرى أصدقائي في الحديقة

Devi essere accedere per pubblicare un commento.