czasowniki nieregularne

 0    31 schede    oriena666
Scarica mp3 Stampa Gioca Testa il tuo livello
 
Domanda Risposta
piec
inizia ad imparare
bakken - bakte/bakten - hebben + gebakken
zaczynać
inizia ad imparare
beginnen - begon/begonnen - zijn + begonnen
proponować, oferować
inizia ad imparare
bieden - bood/boden - hebben + geboden
zostać
inizia ad imparare
blijven - bleef/bleven - zijn + gebleven
łamać
inizia ad imparare
breken - brak/braken - hebben + gebroken
przynosić
inizia ad imparare
brengen - bracht/brachten - hebben + gebracht
robić
inizia ad imparare
doen - deed/deden - hebben + gedaan
nosić
inizia ad imparare
dragen - droeg/droegen - hebben + gedragen
myśleć
inizia ad imparare
denken - dacht/dachten - hebben + gedacht
pić
inizia ad imparare
drinken - dronk/dronken - hebben + gedronken
jeść
inizia ad imparare
eten - at/aten - hebben + gegeten
iść
inizia ad imparare
gaan - ging/gingen - zijn + gegaan
dawać
inizia ad imparare
geven - gaf/gaven - hebben + gegeven
wisieć
inizia ad imparare
hangen - hing/hingen - hebben + gehangen
mieć
inizia ad imparare
hebben - had/hadden - hebben + gehad
pomagać
inizia ad imparare
helpen - hielp/hielpen - hebben + geholpen
trzymać
inizia ad imparare
houden - hield/hielden - hebben + gehouden
wybierać
inizia ad imparare
kiezen - koos/kozen - hebben + gekozen
patrzeć
inizia ad imparare
kijken - keek/keken - hebben gekeken
przychodzić
inizia ad imparare
komen - kwam/kwamen - zijn + gekomen
kupować
inizia ad imparare
kopen - kocht/kochten - hebben + gekocht
dostawać
inizia ad imparare
krijgen - kreeg/kregen - hebben + gekregen
umieć/potrafić
inizia ad imparare
kunnen - kon/konden - hebben + gekund
śmiać się
inizia ad imparare
lachen - lachte/lachten - hebben + gelachen
czytać
inizia ad imparare
lezen - las/lazen - hebben + gelezen
kłamać
inizia ad imparare
liggen - loog/logen - hebben + gelogen
leżeć
inizia ad imparare
liggen - lag/lagen - hebben + gelegen
chodzić
inizia ad imparare
lopen - liep/liepen - zijn/hebben + gelopen
musieć
inizia ad imparare
moeten - moest/moesten hebben + gemoeten
móc
inizia ad imparare
mogen - mocht/mochten - hebben + gemogen
brać
inizia ad imparare
nemen - nam/namen - hebben + genomen

Devi essere accedere per pubblicare un commento.