Czasowniki nieregularne część 6

 0    25 schede    Monika Cz.
Scarica mp3 Stampa Gioca Testa il tuo livello
 
Domanda Risposta
topnieć
inizia ad imparare
smelten; smolt; gesmolten
trafić
inizia ad imparare
treffen; trof; getroffen
trzeć; nacierać
inizia ad imparare
wrijven; wreef; gewreven
trzymać
inizia ad imparare
houden; hield; gehouden
ukłonić się
inizia ad imparare
nijgen; neeg; genegen
dźgnąć
inizia ad imparare
steken; stak; gestoken
ukraść
inizia ad imparare
stelen; stal; gestolen
załamać się
inizia ad imparare
bezwijken; bezweek; bezweken*
umrzeć
inizia ad imparare
sterven; stierf; gestorven
unikać
inizia ad imparare
mijden; meed; gemeden
ustąpić
inizia ad imparare
wijken; week; geweken
uszczypnąć
inizia ad imparare
knijpen; kneep; geknepen
usztywnić
inizia ad imparare
stijven; steef; gesteven
walczyć
inizia ad imparare
vechten; vocht; gevochten
ważyć
inizia ad imparare
wegen; woog; gewogen
wciągać; parskać
inizia ad imparare
snuiven; snoof; gesnoven
werbować
inizia ad imparare
werven; wierf; geworven
wiązać
inizia ad imparare
binden; bond; gebonden
wiedzieć
inizia ad imparare
weten; wist; geweten
wisieć
inizia ad imparare
hangen; hing; gehangen
wołać r
inizia ad imparare
roepen; riep; geroepen
wskazać
inizia ad imparare
wijzen; wees; gewezen
wspinać się
inizia ad imparare
klimmen; klom; geklommen
wybrać
inizia ad imparare
kiezen; koos; gekozen
wciągać h
inizia ad imparare
hijsen; hees; gehesen

Devi essere accedere per pubblicare un commento.