Deutsch in 30 Tagen les 4 dialoog

 0    36 schede    Martijn Luyk
Scarica mp3 Stampa Gioca Testa il tuo livello
 
Domanda Risposta
Martina introduceert het onderwerp van vandaag in haar Duitse les.
inizia ad imparare
Martina stellt in ihrem Deutschkurs das heutige Thema vor.
Vandaag praten we over onze families.
inizia ad imparare
Heute sprechen wir über unsere Familien.
Iedereen stelt zijn buurman een vraag over de familie.
inizia ad imparare
Jeder fragt seinen Nachbarn zur Familie.
Bijvoorbeeld: Hoe heet je vader?
inizia ad imparare
Zum Beispiel: Wie heißt dein Vater?
Of: Heb je broers of zussen?
inizia ad imparare
Oder: Hast du Geschwister?
O.K.? Dan beginnen we!
inizia ad imparare
O. K.? Dann los!
Heb je broers of zussen?
inizia ad imparare
Hast du Geschwister?
Ja, ik heb twee zussen.
inizia ad imparare
Ja, ich habe zwei Schwestern.
Hun namen zijn Julie en Camille.
inizia ad imparare
Ihre Namen sind Julie und Camille.
Hoe oud zijn ze?
inizia ad imparare
Und wie alt sind sie?
Camille is 21.
inizia ad imparare
Camille ist 21.
Maar Julie is nog jong.
inizia ad imparare
Aber Julie ist noch jung.
Ze is pas 14.
inizia ad imparare
Sie ist erst 14.
Heb jij ook een zus?
inizia ad imparare
Hast du auch eine Schwester?
Nee, ik heb geen zus.
inizia ad imparare
Nein, ich habe keine Schwester.
Ik heb een broer.
inizia ad imparare
Ich habe einen Bruder.
Hij heet Robert.
inizia ad imparare
Er heißt Robert.
Hij heeft al een zoon.
inizia ad imparare
Er hat schon einen Sohn.
Dan ben je dus tante!
inizia ad imparare
Dann bist du ja Tante!
Hoe oud is de zoon van Robert?
inizia ad imparare
Wie alt ist Roberts Sohn?
Hij is één jaar oud.
inizia ad imparare
Er ist ein Jahr alt.
Hij is erg lief en zo klein.
inizia ad imparare
Er ist sehr süß und so klein.
Wat doet je vader voor werk?
inizia ad imparare
Was ist dein Vater von Beruf?
Mijn vader is architect.
inizia ad imparare
Mein Vater ist Architekt.
Hij werkt heel veel.
inizia ad imparare
Er arbeitet sehr viel.
Mijn moeder werkt in een kleuterschool.
inizia ad imparare
Meine Mutter arbeitet in einem Kindergarten.
Wat doen jouw ouders?
inizia ad imparare
Was machen deine Eltern?
Mijn vader is advocaat.
inizia ad imparare
Mein Vater ist Rechtsanwalt.
Mijn moeder werkt niet meer.
inizia ad imparare
Meine Mutter arbeitet nicht mehr.
Ze bezoekt nu vaak haar kleinzoon.
inizia ad imparare
Sie besucht jetzt sehr oft ihren Enkel.
De vrouw van Robert vindt dat fijn.
inizia ad imparare
Roberts Frau mag das.
Ze heeft meer tijd voor zichzelf.
inizia ad imparare
Sie hat mehr Zeit für sich.
Dan zijn ze allebei gelukkig.
inizia ad imparare
Dann sind beide glücklich.
Zijn jullie klaar?
inizia ad imparare
Seid ihr fertig?
Jullie doen het allemaal echt goed!
inizia ad imparare
Ihr macht das alle wirklich gut!
Ik ben erg tevreden.
inizia ad imparare
Ich bin sehr zufrieden.

Devi essere accedere per pubblicare un commento.